Hoe je daar lag, op je buik
Ik met m’n hand op je schouder
Het kussen werd wat nat, mijn hart week
Dat het al meer dan acht jaar geleden is
Dat je dit, mij, ons, élk moment nodig had
Hoe ik het plots weer voelde,
mijn eerste kind
Dat er eigenlijk niet zo veel veranderd is
Je ziel vaak nog even rusteloos
Je lijf nog zo veel nood aan dichtbij
In het licht loopt alles als vanzelf
met je heldere ogen en je hartelijke lach
Hoe gemakkelijk je bent,
hoe soepel je meebuigt,
overal in past, mee veert en golft,
waar je ook maar komt
En hoe onrustig en ook bang
als je nog maar heel even
alleen zou moeten zijn
Het is allemaal even echt, even jij
Kom maar schuilen, schat, het mag
Maar weet, je kan het wel, je doet het ook
Zolang het licht is,
of zonder nadenken gaat
In het donker ga je twijfelen
En zijn wij soms te moe voor vragen
waarop we het antwoord ook niet altijd weten
‘Laat je hoofd maar rusten, je lichaam zwaar
Slaap nu maar’
Ik hou van jou,
helemaal en altijd en dat weet je
Dan zeg je ‘ik ook van jou’
en dat meen je
Dat grote kind, grootste kind
oneindig dankbaar waren we
en zijn we, oneindig trots
Op jou moesten we zo lang wachten
maar dat groot worden ging vanzelf
En ook al maak je je langzaam wel eens los
het blijft zoals we het toen schreven
Altijd vader, altijd moeder, altijd kind