Verlamd door
beperkende gedachten
Tegenstander van
mezelf
Ik kan het niet,
er zijn er al zo veel
Wie denk ik wel
dat ik ben
Het verleden
de schuld geven
De toekomst
geen kans
Confrontatie
met mezelf
Vanaf nu vooruit
maar misschien
best niet alleen
Woorden over Leven
Verlamd door
beperkende gedachten
Tegenstander van
mezelf
Ik kan het niet,
er zijn er al zo veel
Wie denk ik wel
dat ik ben
Het verleden
de schuld geven
De toekomst
geen kans
Confrontatie
met mezelf
Vanaf nu vooruit
maar misschien
best niet alleen
Er was niets
Behalve
het avondlied
van de vogels
de beweging
van de bomen
het goud
van de ondergaande zon
de maan
helder – als een gids
Er was niets
Behalve
de gedachte dat ik
wat ik
hier kan doen
van betekenis
kan zijn
Een kleine stip
in het Geheel
deel van het
Hele-al
en dus niet
voor niets
Ik wilde mijn gedachten sturen
weten wat te doen
Maar
Er was stilte
Er was leegte
Er was besef
Er was zijn
Verder niets
Maar het was
zo veel
het was
goed
Wanneer alles alleen maar traag gaat
Wanneer wij alleen maar wij zijn
Wanneer de tijd er niet toe doet
Wanneer we er alleen maar voor elkaar moeten – en kunnen – zijn
Dan vergeet ik dat er maandagen zijn
Waarop we terug moeten naar het moeten
Wanneer een ander mee de dag bepaalt
Wanneer prikkels op ons af komen
Wanneer wij gespannen lopen
Wanneer ik hoofd- en bijzaak plots niet meer kan onderscheiden
Dan weet ik niet of ik nog terug wil
Dan weet ik niet of ik zo verder wil
Dan weet ik niet wat ik wíl moeten
Dan wil ik zelf kunnen kiezen
Om te vertragen
Om er alleen voor ons te zijn
Om alleen te doen waarvan we beter worden
De beste ik, de beste wij
Maar god wat verlang ik toch
Om weer samen met anderen te zijn
Om te kunnen delen
Om hen te zien spelen
Om te kunnen vastpakken wie ik nu mis
Dag per dag weer dichterbij
Stap voor stap naar nieuw normaal
Samen zoekend naar de beste weg
Binnen wat wordt opgelegd
Ze houdt mijn haren stevig vast
Anders valt ze niet in slaap
Haar snel groeiende lijf
rechtop tegen het mijne
Haar hoofd op mijn borst
Onze ademhaling synchroon
Eerst nog opgejaagd
Ze verstilt
Ze versterkt haar greep
Alsof ze zeker wil zijn
dat ik er ben
Dat ik het ben
Alsof ze voelt
dat er wat gaande is
Wat ik eigenlijk al lang geloof
Dat ze voelen
Voelen van wat wij voelen
Zij, deel van ons
Slaap maar meisje
Hou maar vast
en laat maar los
De rest
komt later wel
Als de grond onder je voeten wegzakt
Als waarheid als los zand wordt
Maar de zoektocht zoveel mooier blijkt
Dan wat je altijd hebt gehoord
Als de vragen je zo veel meer leren
dan de antwoorden die je altijd hebt gekend
Bevrijding, berusting
Dat er niet op elke vraag
een antwoord hoeft te zijn
Al is het niet kennen van
de bestemming, het on-eindige
Soms beangstigend, verlammend zelfs
Het onderweg-zijn geeft zuurstof, ruimte
Een vreemd, nieuw vertrouwen in het al-omvattende
Het geeft geen andere keuze
Dan het heden te omarmen
De toekomst te aanvaarden
Dankbaar
te Leven
Omdat de woorden zo lang gevangen zaten
Omdat ik er niet meer omheen kan
Omdat de woordkunstenaar kansen moet krijgen
Omdat de woorden – eindelijk weer – komen
en blijven komen
Omdat ze willen geschreven worden
Al maakt het niet uit of ze ook gelezen worden
Of misschien ook weer wel
Omdat er een plek is waar het kan
Daarom
Omdat het niet anders kan
Omdat ík niet anders kan